A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers

 

 

 

A. Alberts

Bekroningen


bekroningen

 


Bekroningen

Prozaprijs van de gemeente Amsterdam, 1953: voor de novelle Groen; jury: Jeanne van Schaik-Willing, R. Blijstra, Alfred Kossmann.

Marianne Philips-prijs, 1973: voor het gehele oeuvre; jury: Jeanne van Schaik-Willing, Hella S. Haasse, H.J. Smeding.

Constantijn Huygensprijs 1975: voor het gehele oeuvre; jury: Gerrit Borgers, Pierre H. Dubois, Jacques den Haan, Harry Scholten, Paul de Wispelaere.

Zilveren eremedaille van de Universiteit Utrecht, 1994: voor zijn verdiensten op het terrein van de Nederlandse letterkunde; toegekend op voordracht van de faculteit der letteren.

P.C. Hooft-prijs 1995: voor verhalend proza; jury: Nelleke Noordervliet, Graa Boomsma, Vonne van der Meer, Cyrille Offermans, Rudi Th. van der Paardt, Aad Meinderts (ambtelijk secretaris).

 

(Zie Bijlage III van de scriptie van Herman Erinkveld, Walter van de Laar voor informatie over de eerste drie prijzen; zie ook de website Literaire prijzen Nederland. Met Hella S. Haasse en Pierre H. Dubois vormde A. Alberts de jury voor de Prozaprijs van de gemeente Amsterdam 1965. Zij kenden de prijs toe aan Bob den Uyl voor zijn debuut, de verhalenbundel Vogels kijken.)

 


 

Laatste wijziging: 03.02.2024