NRC Handelsblad - 14 december 1984
Historische roman van A. Alberts
Geen doel heiligt de middelen
A. Alberts: De zilveren kogel. 141 blz. Uitg. Van Oorschot. Prijs ƒ22,50.
De zilveren kogel, het nieuwe boek van A. Alberts, speelt in het laatste kwart van de zeventiende eeuw, in Schotland. De bevolking bestaat er voor een groot deel uit steile presbyterianen, die zich verzetten tegen het gezag van de Engelse koning Karel II. Deze vorst wil hun namelijk de rekkelijke leerstellingen van zijn staatskerk opdringen en volgens de Schotse protestanten zijn die Gode onwelgevallig. Wanneer de 'Covenanters' in opstand komen volgt een bloedige strijd. De jaren tussen 1680 en 1682 zijn de Schotse geschiedenis ingegaan als 'killing time'.
Historische romans lijden vaak aan een overdaad aan decor, aan teveel toegevoegde wetenswaardigheden en sfeervolle beschrijvingen. Bij Alberts hoeft men daar niet bang voor te zijn. Hij is een schrijver die altijd zeer spaarzaam met details omspringt, zodra hij zijn verhalen in het verleden situeert valt dat nog eens extra op. Wanneer het in een eigentijdse samenhang over 'een stad' gaat kan de lezer zich daar immers wel ongeveer iets bij voorstellen en wanneer die stad ook nog 'Amsterdam' wordt genoemd is zijn beeld waarschijnlijk zelfs vrij scherp. Maar hoe Schotland er driehonderd jaar geleden uitzag weten wij niet. Toch heeft Alberts het in De zilveren kogel over 'een herberg' aan 'een plein' in 'Glasgow' en daar blijft het bij. De politieke omstandigheden worden nauwkeurig uit de doeken gedaan en anachronismen bevat het boek niet, maar de historische stoffering blijft vrijwel geheel achterwege. Dat geeft deze roman - net als de vorige, Het zand voor de kust van Aveiro, die in het achttiende eeuwse Portugal speelde - een merkwaardige, abstracte sfeer.
Alle nadruk komt daardoor bovendien op de loop van de gebeurtenissen te liggen. Bij Alberts betekent dat: op de grilligheid van het lot, waaraan zijn hoofdfiguren zonder verweer zijn overgeleverd. De geschiedenis wordt door hem voorgelegd als een zo ingewikkeld samenspel van menselijke acties en reacties dat de uitkomst ervan onmogelijk te voorspellen valt, laat staan te beïnvloeden. Dat moet men dan ook maar niet proberen. Wat de enkeling te doen staat is slechts standvastig zijn plicht vervullen en zijn zinloos lot waardig aanvaarden.
Zo gedraagt zich dan ook John Graham Claverhouse, de hoofdpersoon van De zilveren kogel, die in dienst van de koning de Schotse rebellen moet bestrijden. Claverhouse is een historische figuur over wie een schat aan biografische gegevens bestaat, maar Alberts maakt daar uiteraard vrijwel geen gebruik van. Hij beschrijft zijn handelingen voor zover ze voor de voortgang van het verhaal van belang zijn, nauwelijks zijn gedachten. De tweede hoofdfiguur is een tegenspeler van Claverhouse, de rechtzinnige oude dominee Alexander Peden. Ook hij heeft echt bestaan. Van Peden krijgen we wel af en toe overpeinzingen te horen, maar daar staat tegenover dat hij op driekwart van het boek verdwijnt zonder aan de finale deel te hebben. Dat kan, lijkt Alberts te suggereren, omdat individuen ondergeschikt zijn aan het verhaal. Daarom kan het perspectief ook best even bij een bijfiguur liggen als dominee King, een andere rebel, wanneer duidelijk moet worden gemaakt hoe hij de geschiedenis beïnvloedt. En daarom mogen ook in de laatste bladzijden nog nieuwe personages opduiken die het verhaal een beslissende wending geven. Hier geldt niet de harmonie van de literaire compositie, maar de onberekenbaarheid van de historie.
Liberalen
Peden en Claverhouse behoren tot elkaar bestrijdende partijen, maar ze zijn geen fanatici. Peden is moe wan het oorlog voeren en hij schrikt terug voor het geweld van sommige Covenanters, die hun meedogenloze gelijk baseren op een rechtstreeks verbond met God. Claverhouse geeft er de voorkeur aan de rebellen die hij gevangen neemt na een vermaning weg te zenden, in plaats van ze te doden. Beiden hebben ze misschien bewust of onbewust begrepen dat hun doeleinden niet alle middelen rechtvaardigen, maar beiden blijven ze ook hun plicht doen. De beroepsmilitair handhaaft de macht van de koning, de dominee preekt in naam van God de opstand.
Tussen de twee mannen in staat de raadselachtige Isobel Gowdie, die niet tot een van beide partijen behoort. Ze helpt Peden ontsnappen, maar wordt verliefd op Claverhouse. Ze is niet geïnteresseerd in abstracte idealen en handelt daarom zonder moeite menselijk. Op een ander niveau geldt hetzelfde voor de vertegenwoordigers van de koopliedenstand die in het boek opduiken. Zij zijn echte liberalen avant la lettre. Begrijpelijk, want handelaren zijn gebaat bij een vredelievende politiek en het respecteren van afspraken.
Hoe relatief het belang van gewichtig lijkende doeleinden kan zijn, ervaart Claverhouse aan den lijve wanneer het politieke tij keert. Een nieuwe koning, die hem goedgunstig is gezind, bestijgt de troon maar moet na korte tijd al het land ontvluchten. Claverhouse voelt zich niettemin tot trouw aan zijn vorst verplicht en keert zich in een uitzichtloze strijd tegen de nieuwe heerser, de Hollander Willem III. Dat plaatst hem echter aan het hoofd van de opstandige Schotten, die hij nog maar kort geleden had trachten te bedwingen. Zo kan het verkeren.
Zilveren knoop
De zilveren kogel uit de titel verwijst naar de slotscène van het boek, waarin het belangrijkste thema nog eens op kleine schaal wordt herhaald. De bijgelovige Schotten menen dat Claverhouse een verbond met de duivel heeft gesloten en daardoor onkwetsbaar is. Alleen een zilveren kogel kan hem doden. De avond voor de grote veldslag leent Claverhouse zijn jas aan Isobel. Daaraan ontbreekt één zilveren knoop, die hij belooft de volgende dag mee te brengen als hij bij haar terugkeert. Hij sneuvelt echter en dan ontdekt men de ontbrekende knoop aan Isobels jas en wordt zij als heks en moordenares naar de brandstapel gebracht. Het lijkt alsof het stukje zilver de loop der dingen heeft beïnvloed, maar in werkelijkheid is Claverhouse natuurlijk door een gewone kogel gedood. Het was toeval dat de knoop wegraakte en toeval dat Isobel moest sterven. De zilveren kogel verwijst naar willekeur, het is een symbool voor niets.
Het is geen spectaculaire visie op de geschiedenis die Alberts met dit boek naar voren brengt. Hij biedt geen grote greep, geen verbluffende interpretatie, geen patroon van oerknal tot eindkrak. Voeg daarbij nog de kale, onopgesmukte stijl (die hier bovendien wordt ontsierd door een slordige correctie) en ik kan me voorstellen dat een lezer ten aanzien van dit werk geneigd is de oestervraag te stellen: is het zò weinig dat het eigenlijk niks is, of juist een delicatesse voor kenners.
Ik houd het op het laatste. Misschien wel precies omdat Alberts niet pretendeert een spectaculair overzicht te hebben, maar schrijft over onwetende enkelingen die zich zo goed en zo kwaad als het gaat staande proberen te houden. Ik vind dat oneinding veel boeiender.
H.M. van den Brink
Laatste wijziging: 01.06.2015