A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers

 

 

 

 

De standen bij de Boegineezen en Makassaren


Proefschrift van H.J. Friedericy

 



Omslag
Zuid-Celebes
Standen
Stellingen
          
[p. 21]
V.

De bespreking van drie schema's betreffende de indeeling in standen op Zuid-Celebes rechtvaardigt de volgende conclusiën:
  1. De maatschappij is verdeeld in drie hoofdgroepen en wel: (a) de groep der vorstentelgen van zuiver bloed, (b) de groep der vrijen en (c) de groep der slaven.
  2. Menging van (a) met (b) en (c) heeft tusschenstanden doen ontstaan tusschen (a) en (b) en (a) en (c). De afwezigheid van tusschenstanden tusschen (a) en (b) in Mandar dient nog nader te worden aangetoond.
  3. Menging van (b) met (c) geeft geen tusschenstanden.
  4. De tusschenstanden zijn met (a) in één groep vereenigd.
  5. De laagste tusschenstand is hooger dan (b).
  6. De hoofdengeslachten vormen geen stand tusschen (a) en (b) in, doch een nevengroep van (a), zij het op lager niveau.
  7. Menging van (a) met hoofdengeslachten deed in Mandar tusschenstanden ontstaan.
  8. In het systeem der tusschenstanden vindt men de locale verschillen.
  9. De mengingen, die geen tusschenstand doen ontstaan, worden ondergebracht bij bestaande tusschenstanden.
  10. In het schema is voor de pandelingen geen plaats.
De aandachtige lezer zal bemerkt hebben, dat eenige opvallende eigenschappen der besproken standenstelsels, die te constateeren zijn aan de schema's, stilzwijgend zijn voorbij gegaan. Deze zullen uitvoerig in de volgende hoofdstukken worden behandeld.
De gegevens, tot dusver gerangschikt en beschouwd, laten toe dat wij dit hoofdstuk besluiten met nevenstaande, voor heel Zuid-Celebes geldende schematische voorstelling van de indeeling der standen.

 




 

Laatste wijziging: 23.06.2015