A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers

 

 

 

Het Parool
vrijdag 4 oktober 1974 - pagina 3

 



Boeken

Hij komt, hij komt - de Goede Sint,
  In de keukens van de uitgeverijen, valt dat te bemerken, want
daar wordt hard gewerkt aan het assortiment nieuwe boeken waaruit u, als de oude braverd onze grenzen dichter zal zijn genaderd en u de geschenken moet kopen die hij weggeeft, een keuze zult kunnen doen.
  Ik las de proeven van een paar publikaties die spoedig zullen verschijnen. "Hoe ontduik ik mijn schulden?" is een "handleiding voor oplichters" (met een vraagteken) van Peter Clyde. De Engelse auteur vertelt u, hoe u op elegante wijze oud kunt worden zonder uw schulden te betalen. Dat "elegant" bedoelt hij zo:
  "Overtreed nooit de wet! Ga er in een grote boog omheen en bereik uw doel zonder een misdaad te begaan. Dit is de essentie van mijn boek." Het spel dat de auteur ons aanbeveelt heet: tijdwinnen. Hij zegt erover:
  "Eeuwig duurt het langst. Schuld ontduiken kan echter niet eeuwig duren. Het lijkt in veel opzichten op schaken. Er is een opening, een tussenspel en een eindspel. Er zijn zetten en tegenzetten. Maar zwart speelt niet om te winnen. Tenslotte zal hij toch moeten betalen. Zijn enige streven is erop gericht dat einde vele, vele jaren uit te stellen."
  Clyde houdt zich bezig met kredietbanken, het foppen van de computer, omgang met advocaten, het ontlopen van een exploit, het verschalken van bankdirecteuren en de kunst van het faillietgaan.
  Zijn zeer ironisch geschreven boekje is - zo zegt vertaler Arie C. de Gooyer in een voorwoordje - "geen handleiding om welke autoriteiten ook in Nederland of in de overzeese gebiedsdelen op te lichten, te benadelen, in een kwaad daglicht te plaatsen of de eer te onthouden welke haar rechtens toekomt." De vertaler neemt dan ook geen enkele verantwoording voor handelingen welke voortgevloeid zijn "uit het verkeerd of onbegrepen toepassen van enkele aspecten met betrekking tot het vermijden van het doen van betalingen."
  De voorbeelden in de, door "In den Toren" te Baarn uitgegeven wegwijzer, zijn ontleend aan gebeurtenissen buiten de Nederlandse landsgrenzen, waar andere wetten gelden dan bij ons. Het boekje strekt dus meer tot vermaak dan tot lering van de eenvoudige Nederlander, die zich in deze maatschappij tegenover schier abstracte machten ziet gesteld.
  Met diepe ernst wordt een vergelijkbaar motief behandeld in een heel anders geaard boek.
  Ik bedoel "De vergaderzaal", een kleine roman van A. Alberts, die deze maand bij G. A. van Oorschot gaat verschijnen.
  Hier is een samenvatting van de inhoud:
  "Door het toeval van geboorte en dood wordt een man gedwongen een leven te leiden dat hij nooit geeft leren aanvaarden. Zijn niet door hemzelf gekozen beroep brengt hem vrijwel dagelijks in aanraking met mensen die tamelijk begerig zaken met elkaar doen, desnoods met het mes op tafel.
  Die tafel staat in een vergaderzaal, waanin ze als directeuren van hun bedrijven bij elkaar komen uit verschillende motieven: tegen andere groeperingen gerichte samenwerking, bijlegging van geschillen die uit hun onderlinge concurrentie zijn ontstaan en het uitvechten van hun ruzies als die geschillen niet kunnen worden geregeld.
  De man die door het toeval in hun midden is geplaatst, blijkt dit bestaan niet te kunnen voortzetten zonder hierdoor tenslotte ernstig gewond te worden. Van dit proces van verwonding is dit verhaal het verslag."
  Alberts heeft dit gegeven behandeld in een zeer subtiel geschreven proza, dat de absurditeit van de wereld, die door "de vergaderzaal" wordt gesymboliseerd, op benauwende wijze gestalte geeft.
  De auteur kent, als geen ander, het geheim een tragedie op te roepen met ogenschijnlijk zeer simpele stijlmiddelen, die echter constant met een grote spanning zijn geladen.
  Hij heeft zijn boek opgedragen aan Geert van Oorschot die hij "de geduldigste en lankmoedigste onder de uitgevers" noemt. In dit geval niet ten onrechte.
  Hij had namelijk het manuscript van "De vergaderzaal" al in 1952 aan Van Oorschot beloofd. Die liet er toen een omslag voor maken en bood het bij de boekhandel aan". Maar de tekst bleef uit. Er is tweeëntwintig jaar op gewacht en, met tussenpozen, over gecorrespondeerd. Wie, zoals ik, houdt van Alberts' werk zal blij zijn dat het geduld van de uitgever zo rijk is beloond.

KRONKEL



 

Laatste wijziging: 01.06.2015