A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers

 

 

 

De Tijd 5-09-1986 p. 60


VANDAAG OF MORGEN

Hans Bouman

Bijdrage Anneke van Ammelrooy

 


 

A. Alberts: spreken door te zwijgen

Vorige week woensdag, vier dagen na zijn vijfenzeventigste verjaardag, mocht A. Alberts van zijn eveneens gepensioneerde uitgever Geert van Oorschot het eerste exemplaar in ontvangst nemen van Inleiding tot de kennis van de ambtenaar, een boek dat hij luttele minuten later weer weggaf aan wat nu zijn hoogste baas zou zijn geweest: minister van binnenlandse zaken Cees van Dijk. Wellicht ietwat onder de indruk van diens immer strenge aanwezigheid, hield de als verlegen bekend staande oud-ambtenaar het in de passende omgeving van het Haagse perscentrum Nieuwspoort bij een piepklein dankwoord.
   Maar natuurlijk was dat niet de enige reden. Alberts is immers geen man van veel woorden. De weinigen die hij wel gebruikt zijn er des te welgekozener om. Dit komt nog eens nadrukkelijk naar voren in het boekje dat de uitgever bij Alberts' Inleiding (G.A. van Oorschot, ISBN 90 282 0583 7, f 23,50) cadeau doet: Inleiding tot de kennis van A. Alberts door J. Bernlef, Kees Fens en K. Schippers.
   "Essentieel voor Alberts is het verbergen van zijn 'grondvorm'," citeert Bernlef instemmend Rob Nieuwenhuis, om deze schrijfstijl na enige illustraties nog eens veel mooier in een metafoor te herhalen: "Alberts is als een beeldhouwer die ons niet het uitgehakte beeld toont maar het materiaal dat hij heeft weggehakt. Door zorgvuldige reconstructie van dat materiaal worden de contouren van het echte verhaal zichtbaar."



   Op Bernlefs betoog over de verteltrant van A. Alberts sluit de bijdrage van Kees Fens, die op de eigenaardige 'afwezigheid' van 's schrijvers hoofdfiguren wijst, naadloos aan. Ook hij kiest voor een metafoor en wel een die verwijst naar Alberts' eerste roman, De bomen. De hoofdfiguren van Alberts, meent Fens, typeren zich doordat ze geen hoofdfiguur kunnen zijn. Ze zijn, en nu komt de metafoor, de open plek in de wereld van het verhaal. "Een open plek hoort bij een bos, maakt daar deel van uit, dankt haar bestaan eraan, de open plek is zelf bos. Toch staan er geen bomen."
   K. Schippers, ten slotte, wijdt zich vooral aan het reizen in Alberts' boeken. En passant onthult hij dat het verslag van Alberts' verblijf als uitgeleend ambtenaar in Frankrijk eigenlijk helemaal niet Aan Frankrijk uitgeleverd had moeten heten, maar Aan Frankrijk uitgeleend. Telefonisch misverstand. Een zachtaardig mens als Alberts zou zich immers niet gauw in krasse termen als 'uitgeleverd' uitlaten. Maar een zachtaardig mens als Alberts zou eveneens de laatste zijn op hoge toon van zijn uitgever te eisen dat het misverstand, koste wat kost, zou worden hersteld. "Anders dan met Hermans en Reve heb ik met Alberts nooit moeilijkheden gehad", verklaarde Van Oorschot in Nieuwspoort, "en mijzelf kennende moet dat vooral zijn verdienste zijn geweest."

 

Laatste wijziging: 31.05.2015