A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers

 

 

 

   

VPRO gids (1999) 23 (5 t/m 11 juni) p. 16-17
foto: Ad Nuis

Joost Belinfante is muzikant en tekstschrijver (CCC lnc, Slumberland Band, Doe Maar, Drie Heren, Magnificent Seven, La Bande Dessinée). Vorig jaar verscheen zijn solo-cd Als een rivier. Boeken betrekt Belinfante wekelijks van de bibliotheek. A. Alberts (191 1-1995) is zijn favoriete auteur. 'Dan zie ik zo'n boekje staan en denk ik: 0, dat neem ik even mee. Want Alberts is altijd goed, spannend, leuk.'

'Dat het nergens over gaat en toch spannend is'

Joost Belinfante (52): 'Meer dan tien jaar geleden hoorde ik een interview met uitgever Geert van Oorschot, en die zei dat A. Alberts een hele goeie schrijver is, die hij vreemd genoeg niet kon verkopen. Toen ben ik gaan zoeken in de bieb, ben gaan lezen en ja, inderdaad: een fantastische schrijver. Het eerste boek dat ik van hem las was De Eilanden, een verzameling verhalen. Dat vond ik erg mooi. Ik kreeg daarna de behoefte om alles van hem te gaan lezen.
Er zijn genoeg boeken van andere schrijvers waar ik niet doorheen kom. Die leg ik weg. Maar als ik welk boek dan ook van Alberts begin te lezen - het is meteen spannend. Alberts is altijd goed. Dat vind ik het mooiste ervan, die spanning. Terwijl er vrijwel niets gebeurt in zo'n verhaal. En wat er al gebeurt dat vertelt hij niet. Dat moet je zelf invullen. Vind ik ook het goeie; juist door dingen weg te laten wordt zo'n boek veel beter. Een ander punt is z'n compacte soberheid, het is geen mooischrijverij. De schrijver zelf is eigenlijk afwezig, je merkt hem niet op. In z'n schrijfstijl zit de kunst van de orale verteller. Er is een verhaal dat de lezer verteld gaat worden Maar er zit zelden of nooit een clou in, je mag raden naar wat er nou echt gebeurd is. Bijvoorbeeld het verhaal 'De nachtegalen van de keizer' uit zijn boekje Haast hebben in september, wat nu naast m'n bed ligt. Daarin halen de in Amerika wonende hoofdpersoon en zijn vrouw Dorothy een.Frans kindermeisje in huis. En hij krijgt daar een verhouding mee, maar dat moet je maar raden, daar staat dus niks over in het boek. Eén keer wordt erop gezinspeeld: Dorothy is naar buiten gekomen. Suzon gaat weg zegt ze. Ik vraag: Hebben jullie de zaak besproken? Dorothy kijkt me aan. Ze zegt niet: Welke zaak? Ze zegt: Ze wil zo gauw mogelijk weg en er vertrekt morgenavond een boot uit New York. We zullen haar wegbrengen. De zaak, meer staat er niet, haha. Dat is alles, daar moet je het als lezer maar mee doen. Alberts is een meester in de kunst van het weglaten. Wat Voskuil trouwens ook goed kan, ik ben ook een Bureau-lezer. Maar Alberts heeft er aanzienlijk minder woorden voor nodig om iets weg te laten dan Voskuil met die enorm dikke boeken.  Alberts heeft veel geschreven, maar allemaal dunne boekjes.
Alberts was een ambtenaar-achtige figuur, denk ik. Het boekje Aan Frankrijk uitgeleverd gaat over z'n ambtenarenbestaan. Om zijn subtiele humor kan ik erg lachen. Ik weet verder niks van die man, ben niet iemand die dat gaat uitzoeken, vind het juist wel fijn dat het een beetje raadselachtig blijft. Een bescheiden man, lijkt me. Met een beetje mijn soort humor. Ik vind zijn werk heel sympathiek, dat is het woord. En het is een geruststellend idee dat al zijn boekjes in de bieb staan. En ik weet dat ik ze gerust nog eens kan lezen. Want omdat er zo weinig verteld wordt, vergeet je het ook weer.
Zijn werk spreekt mij aan omdat ik een intuïtief levend iemand ben. Alberts noemt in zijn boeken bijna nooit plaatsnamen, jaartallen, landen of werelddelen, dus die hoef ik niet te onthouden. Ik heb een slecht geheugen. Ik vergeet het ook liever. Dat is prettiger. Mijn hoofd raakt gauw vol. Joh, als je nagaat wat een waanzinnige hoeveelheid dingen je weet en onthoudt, waar je niks aan hebt! Dat wordt steeds gekker naarmate je ouder wordt. Sinds ik me dat realiseer probeer ik het te vermijden. Ik heb niet de behoefte om boeken te willen bezitten, zelfs Alberts' boeken niet. Als ik iets wil weten ga ik toch gewoon naar de bieb en pak zo'n boekje weer? Ik herlees niet zo vaak, maar Alberts dus wel eens. Dan zie ik zo'n boekje staan en denk: o, dat neem ik even mee. Want Alberts is altijd goed, spannend, leuk.

Ik lees elke dag, maar niet altijd literatuur. Ik lees ook weleens flutboekjes. Sciencefiction, krimi's, populairwetenschappelijke literatuur. Ook weleens een filosofisch werk. Eigenlijk alles wat de bieb voorradig heeft. Ik ga elke zaterdag, haha. je mag tegenwoordig net zoveel lenen als je wilt. Het hangt ervan af of het dikke boeken zijn, maar gemiddeld neem ik twee boeken mee. Maar mijn vrouw neemt ook boeken. Dus als ik tekort kom, lees ik haar boeken ook. Zij leest veel meer en sneller dan ik Overdag speel ik muziek, maar 's avonds na het televisiekijken ga ik altijd een uurtje lezen. Tenzij er een nieuwe Voskuil is, dan lees ik die achter elkaar uit natuurlijk. Kan ik me een leven zonder lezen voorstellen? Ja, dat kan ik me goed voorstellen. Als ik naar een onbewoond eiland zou gaan neem ik geen boeken mee. Ik neem een mesje mee, en snijd ter plekke een fluitje. Haha.
In de boeken van Alberts gebeurt niks spannends. Het is misschien de volgorde waarin hij de woorden zet. Dat maakt het spannend. Het papieren ding dat hij heeft gemaakt, dat is spannend. Want vertel je het na, dan is het niet spannend. Knap. Het is een beetje mijn ideaal om zo te kunnen schrijven. Dat het nergens over gaat en toch spannend is. Ik schrijf weleens teksten, probeer die zo sec mogelijk op te schrijven. Of dat zijn invloed is, weet ik niet.
Het merkwaardige is dat als je Alberts leest, je nooit denkt: nou, dat vind ik niet. Want dat is vervelend als je bij het lezen van een boek steeds geconfronteerd wordt met zaken waar jij heel anders over denkt. Bij Alberts denk ik altijd: zo is het gewoon. Je kunt hem nooit op onwaarachtigheden betrappen.
En hij heeft altijd een mooie slotzin. Een voorbeeld uit het verhaal 'De berg van Soria'. Het verhaal over de bakker Luïs, die al jaren zegt een nieuw huis te bouwen op de berg van Soria. Maar dat huis blijkt helemaal niet te bestaan. Automonteur Bruno, vriend van de bakker, ontdekt dat per ongeluk als hij in de buurt moet zijn voor een gestrande autobus met motorpech. Wat te doen. Bruno wil zijn vriend beschermen tegen de ontmaskering van zijn droom, maar ook niet een potje gaan liegen. Dan laat Alberts hem de verlossende ingeving krijgen, hoor maar: Mooi huis? vroeg de buschauffeur. Ik heb het niet gevonden, zei Bruno. Hij begon ineens te lachen. Hij riep: Waarachtig! Ik heb het natuurlijk niet kunnen vinden. Dat is het! Wat is daar voor natuurlijks aan? vroeg de chauffeur. Zo maar, zei Bruno. Ik moet denken aan het gezicht van Luïs, als ik hem vanavond vertel, dat ik zijn huis niet heb kunnen vinden. Haha, dat is geweldig toch. Dat kan ik helemaal meedenken: godzijdank vindt hij een uitweg uit deze uiterst pijnlijke situatie. Die dialogen zijn zo goed. En grappig.
Op vakantie gaat er altijd een tas vol met boeken uit de bieb mee. Tegenwoordig neem ik opa-en-oma-boeken. Want ik ben opa en ik zit er reuze mee. Ben er helemaal door van de kaart. Ze is nu veertien maanden. Ik ben er zo door veranderd. Veel emotioneler geworden. Heel bezorgd over vreselijke dingen die haar kunnen overkomen. Maar ook een film zien en dan traantjes wegpinken! Dat had ik vroeger nooit. Het helpt wel iets om daarover te lezen. Hoewel er weinig boeken zijn die over de psychologie van de grootouder gaan. Meestal gaat het over de verhouding grootouder en kleinkind. Eigenlijk zou mijn generatie eens moeten gaan schrijven over het opa-zijn.

Veel verhalen van Alberts spelen zich in het buitenland af. Ze zijn maar kort, maar als je ze gelezen hebt ben je er wel even helemaal uit geweest. Zo kom je nog eens ergens. Ik ben geen wereldreiziger. Wel een groot Nederland-kenner. Kom overal zonder kaart. Mooie plekjes, speciale plekjes. Zoals het middelpunt van Den Haag, ken je dat? Dat is een hele oude steen die half in de stoep langs de Hofvijver ligt. Een ronde steen met een pijl en de windrichtingen. Dat was ooit het officiële middelpunt van Den Haag. Ik liep er pas nog langs. Ze hadden nieuwe parkeerplaatsen gemaakt, maar de steen keurig laten liggen.'

Lokien de Bie



 

Laatste wijziging: 31.05.2015