Provinciale Zeeuwse Courant 23-1-1988
• hans warren
In zijn vorige boek Inleiding tot de kennis van de ambtenaar bepleitte A. Alberts een dictatuur van ambtenaren. Gekozen beleidsvoerders en kiezers lopen volgens hem de deskundige bij uitstek die een ambtenaar is maar voor de voeten. In Alberts' onlangs verschenen historische roman Een venster op het Buitenhof blijkt opnieuw zijn fascinatie voor ambtenaren die de politieke macht aan zich willen trekken. Hoofdpersoon is Cornelis Musch (1592-1650), griffier van de Staten-Generaal, een belangrijk en corrupt man.
Wil men iets van Alberts' roman begrijpen dan is het noodzakelijk een en ander over de vaderlandse geschiedenis op te zoeken. Zijn boek speelt voor een belangrijk deel kort na de vrede die Nederland en Spanje in 1648 gesloten hebben. Willem II is dan stadhouder van de Republiek. Nu de oorlog voorbij is, verzwakt zijn macht. Hij wil graag een groot leger in stand houden, maar de Hollandse steden die voor 58 % van de kosten op moeten draaien zijn het daar niet mee eens. Er werd wat heen en weer gepraat. Vooral het rijke Amsterdam ging niet op de wensen van de prins in. Willem II besloot toen met militair optreden Amsterdam een gevoelige les te leren, maar de aanval liep op jammerlijke wijze in het honderd. Drie maanden na deze actie werd Willem II ziek en hij stierf. Kort na zijn dood werd een zoon geboren. De Hollandse regenten wachtten zich er aanvankelijk wel voor deze Willem III het stadhouderschap aan te bieden. In 1667 werd zelfs het stadhouderschap in een 'Eeuwig Edict' afgeschaft. Niettemin werd Willem III in het rampjaar 1672 toch nog tot stadhouder benoemd.
kuiperij
Elisabeth Musch was in de stadhouderloze jaren tot de trouwe Oranjeklanten blijven behoren. Zij maakte zich schuldig aan allerlei intriges, waarbij ze zich bediende van haar echtgenoot, ritmeester Buat. Deze werd wegens samenzwering 'tegens den staet' in 1666 ter dood gebracht. Elisabeth Musch was een dochter van de beruchte Cornelis Musch. Deze op zijn beurt was schoonzoon van de dichter en raadspensionaris Jacob Cats. Hij genoot een staatsinkomen van een paar duizend gulden per jaar, maar bij zijn dood beliep zijn vermogen enkele miljoenen. Dat geld had hij verdiend, stelde men kort na Musch' overlijden vast, met 'onbetaemelycke corruptiën en vuylicheden'.
De verwikkelingen rond Musch zijn bijzonder interessant. Zijn kuiperijen vormen ideale stof voor een romanschrijver die het zich een keer gemakkelijk wil maken. Alberts heeft echter wel héél weinig moeite gedaan iets van eigen vinding aan de geschiedenisboekjes toe te voegen. Zijn werk volgt tot in details de werkelijkheid. Bijvoorbeeld het komische verhaal waarom de verrassingsaanval van Willem II op Amsterdam mislukte, kan men in de naslagwerken volledig terugvinden. Het Nederlandse leger van toen gedroeg zich al net zo stuntelig als de Nederlandse politie van tegenwoordig: een deel van de soldaten verdwaalde. Men vroeg de weg aan een postbode die Amsterdam als bestemming had, deze vertelde daar natuurlijk direct over zijn ervaringen, waarop men maatregelen ter verdediging van de stad treffen kon".
figuren
De historische roman is een genre dat snel irriteert. Het is veel prettiger om een relaas van de ware toedracht te lezen dan een verhaal dat daarop is geïnspireerd maar dat oncontroleerbare wendingen nemen kan. Bovendien moeten de historische figuren in romanpersonages worden getransponeerd. Het is alleen zeer begaafde schrijvers gegeven dat op een redelijk overtuigende wijze te doen. Het talent van Alberts is daarentegen nogal beperkt.
Weliswaar is Een venster op het Buitenhof zeker in stilistisch opzicht, lang niet zo slecht als onder meer De zilveren kogel en Inleiding tot de kennis van de ambtenaar, maar toch kan men ook over deze nieuwe roman niet erg enthousiast worden, juist niet door de manier waarop Alberts zijn verhaalfiguren behandelt. In dit boek komen onder anderen Cats en Huygens voor. Dat waren beiden in werkelijkheid mensen van formaat, maar gezien door de bril van deze schrijver schijnen zij onbenullen. Bezwaarlijker is nog de typering van Cornelis Musch.
De geschiedenisboeken vertellen natuurlijk weinig of niets over zijn innerlijke drijfveren. Een aan hem gewijde roman had indruk kunnen maken wanneer de schrijver over de zieleroerselen van deze onbetrouwbare en omkoopbare staatsdienaar was gaan speculeren.
Alberts heeft dat niet gedaan. Daardoor ontbeert zijn hoofdpersoon de karaktertekening en mist zijn boek diepgang. Waarom Musch doet zoals hij doet, wat hem bezighoudt, waaraan zijn gedrag toegeschreven moet worden - we horen er niets over.
Wanneer Een venster op het Buitenhof op sommige momenten boeit, ligt dat uitsluitend aan de feiten waarop Alberts zich op baseerde. Hij wist daaraan geen reliëf of dramatiek te verlenen.
Toch heeft hij een poging gedaan het geheel een literaire vorm te geven. De roman is opgezet als een raamvertelling. Het eerste en het laatste hoofdstuk spelen zich kort voor 1680 af. Er wordt in beschreven dat Elisabeth Musch, oftewel Mevrouw Du Buat, haar testament op laat maken. Zij zal trouwens pas in 1699 komen te overlijden, zestig jaar oud. In de overige hoofdstukken vertelt ze dan over de gebeurtenissen uit de laatste maanden van het leven van haar vader. Het openingshoofdstuk van het boek is een mislukking. Het hinkt op heel verschillende gedachten. Aan de ene kant is het een introductiehoofdstuk waarin in de trant van 'het schiet me nu weer te binnen' allerlei historische feiten worden opgesomd die voor een oningewijde waarschijnlijk nodig zijn om het verhaal te kunnen volgen.
Aan de andere kant wemelt het van toespelingen die je nopen de geschiedenisboeken uit de kast te halen, en die het begrip van de op Cornelis Musch geconcentreerde roman in de weg dreigen te staan. De historicus Alberts en de prozaïst Alberts zitten elkaar vaker dwars. Het zicht op het verhaal over geld, macht en complotten wordt soms benomen door onnodig vertoon van kennis. Het tweede hoofdstuk begint bijvoorbeeld met een even omstandige als irrelevante beschrijving van de geschiedenis van het door Musch bewoonde huis.
corrupt
Elisabeth Musch is uitgeweken naar Frankrijk. Haar man Henri du Buat is onthoofd en Alberts herinnert eraan dat zij onbewogen bij de executie zou hebben toegekeken. Zij was nog een meisje toen haar van een zeer scherp politiek inzicht voorziene vader stierf. Alles wees erop dat het een geval van zelfmoord was. De dreiging dat zijn dubieuze praktijken aan de kaak zouden worden gesteld was kennelijk te groot geworden.
Al te geheimzinnig was Cornelis Musch - in dit boek tenminste - niet over zijn corruptheid. Iemand zegt over hem 'hij laat graag merken, dat hij zich nergens voor geneert'. Zelf verklaart hij slechts minachting te voelen voor hen die vileine bedoelingen met een vrome mantel dekken. Tegenover een notaris schetst Elisabeth hoe haar vader als griffier van de Staten-Generaal poogt zoveel mogelijk macht te verwerven. Hij wil niets liever dan van de Republiek een monarchie maken, dan ziet hij voor zichzelf een post als eerste minister weggelegd. Over de positie van de door hem als koning beoogde Willem II raakt hij in gesprek met Huygens en zegt dan onder meer: 'Hij kan niet langer zijn volledig voordeel doen met het opperbevelhebberschap over leger en vloot. Nu ze op de defensie gaan bezuinigen, wordt die functie uitgehold. Anders gezegd: de vrede vermindert het aanzien van de stadhouder '(70).
Musch kiest als tactiek om de prins tegen de Hollandse gedeputeerden op te zetten. Hij slaagt in die opzet en als de opwinding even dreigt weg te ebben zorgt hij op behendige wijze wel weer voor een nieuwe storm. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden - de mislukte aanval op Amsterdam, de plotselinge dood van Willem II - maakt dat zijn berekeningen toch niet uitkomen. Hij verkiest de dood boven een catastrofe.
Vindt Alberts een ambtenaar als deze een held of een schurk? Acht hij Musch' daden een noodzakelijk kwaad of een rampzalige boosaardigheid? Wil hij Elisabeth de nagedachtenis van haar vader laten zuiveren of besmeuren?
Hij vermijdt het op deze en vele andere problemen in te gaan. Precies daarom heeft hij de boeiende historische gegevens niet tot een aanvaardbare historische roman weten te bewerken.
A. Alberts: Een venster op het Buitenhof - 156 pag. ƒ39,90. Van Oorschot, Amsterdam.
Laatste wijziging: 01.06.2015